Mitterreiterorgel, Remigiuskerk Steenderen

In de Hervormde Kerk van Steenderen, een gebouw dat grotendeels uit de vijftiende eeuw stamt, gaat de geschiedenis van het orgel terug tot een tragische brand in 1782. Daarbij ging vermoedelijk het oorspronkelijke orgel verloren. Pas in 1807 kreeg de kerk weer een orgel, een kabinet-orgel uit België, dat later werd aangepast door de Groningse orgelmaker Lohman. In 1863 besloot de kerkvoogdij tot de bouw van een nieuw orgel door de firma Haffmans & Leichel, onder toezicht van de bekende organist Jan Albert van Eyken. De ingebruikname werd feestelijk gevierd, en het orgel werd alom geprezen.

Toch bleef het orgel onderwerp van discussie. In de decennia daarna volgden kleine aanpassingen, zoals de plaatsing van een windmotor en een nieuw pedaalklavier. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen verschillende plannen op tafel voor restauratie of vervanging van het instrument, maar die werden keer op keer niet gerealiseerd. Uiteindelijk werd in 1968 besloten het toenmalige orgel te vervangen door een ander, historisch instrument: een orgel dat tot dan toe in de Buiten-Amstelkerk in Amsterdam stond, maar oorspronkelijk afkomstig was uit Alphen aan den Rijn en gebouwd werd door Johannes Mitterreither.

Dit Mitterreither-orgel bleek bijzonder. Het was rond 1770 vervaardigd, mogelijk met gebruik van nog ouder materiaal, zoals windladen en pijpwerk uit een eerdere periode. In de loop van de 19e eeuw werd het orgel verschillende keren aangepast, onder andere door de orgelmaker Hilboesen. In 1971 vond de restauratie en plaatsing in Steenderen plaats, uitgevoerd door de firma Blank. Daarbij werden de kas en het pijpwerk deels behouden en waar nodig hersteld of vervangen. Er kwam een vrij pedaal bij, en de klaviatuur werd aan de voorzijde van de kas aangebracht. De stemming werd ingesteld op Werckmeister III met een toonhoogte van 441 Hz.

Lees hier mee over de volledige historie van het Mitterreither-orgel