Gelderse Kerken mag zich verheugen in een rijk geschakeerd bezit aan fraaie orgels. Die instrumenten hebben alle hun eigen (klank)karakter, maar in schoonheid steekt het Baderorgel, een instrument met een bewogen geschiedenis, in de Walburgiskerk in Zutphen er toch wel bovenuit. Het Baderorgel in de Sint Walburgiskerk, met haar prachtige kaarsenkroon uit 1395 en de befaamde Librije uit 1563, is niet het eerste orgel in die kerk. Volgens bronnen was er al in de 15e eeuw een orgel aanwezig. In 1534 bouwde Hans Graurock uit Emmerik een nieuw instrument. In 1637 bleek herstel meer dan noodzakelijk, maar het werd geen herstel maar een nieuw orgel, ditmaal gebouwd door Hans Henrick Bader, daarbij geholpen door zijn broers Arnold en Tobias. Laatstgenoemde broers bouwden ook het orgel in het Friese Dronryp. Het orgel in Zutphen werd een tweeklaviersinstrument met 24 registers, geplaatst boven het Mariaportaal. Reparaties werden in 1671 verricht door Jan Spoltman en in 1711 door orgelbouwer Jalinck uit Goor. Rond 1800 verkeerde het instrument in slechte staat. Het was de Groninger orgelbouwer Timpe die het orgel restaureerde maar tegelijkertijd ook uitbreidde met een derde klavier (1815). Het orgel telde nu 39 registers. Tevens kreeg het instrument een nieuwe plek: in het koor. Het nieuwe (dan wel vernieuwde) instrument was niet zonder kinderziekten. Waren er bij de oplevering al klachten, in 1824 werkte orgelbouwer Lohman aan het orgel en in 1852 werd Bätz (die de plek in het koor niet geschikt achtte) ingeschakeld. In het kader van de restauratie van de kerk (onder supervisie van de bekende architect Cuypers) wordt in 1904 besloten het orgel op te knappen en te verplaatsen naar de torenzijde van de kerk. De verplaatsing staat op naam van G.Spit, afkomstig uit het bedrijf van orgelbouwer Witte (opvolger van Bätz). Schoonmaakwerkzaamheden worden in 1916 verricht door orgelmaker Sanders.
In de jaren die daarop volgden, werd het orgel er niet beter op. In 1986 werd de Stichting Baderorgel opgericht met o.a. het doel te komen tot restauratie. Mede dankzij het ijveren van de organist van de kerk, Bert Matter, kwam het er in 1996 eindelijk van. Orgelbouwer Reil tekende voor de restauratie onder advies van Rogér van Dijk en Wim Diepenhorst van de RCE. Uitgangspunt was een ‘optimalisatie van het Timpeconcept’. Het eerste en tweede klavier (Hoofdwerk en Rugwerk) stralen het renaissance- en barokaspect uit, terwijl op het derde klavier (Bovenwerk) de registers van Timpe zoveel mogelijk bijeen werden gebracht. Het resultaat wordt goed samengevat in de titel van de monografie over dit orgel: Herschapen schoonheid.
De namen van enkele organisten van het Baderorgel mogen niet onvermeld blijven: Cornelis Johan Bute was maar liefst 60 jaar vaste bespeler en wel van 1908 tot 1968. Zijn opvolger was Bert Matter (1969-2002), die veel heeft betekend voor de restauratie in de jaren ’90. De huidige organist is Klaas Stok, die ook bekendheid geniet als dirigent.
De klank van het orgel is bijzonder, maar dat geldt ook voor de orgelkas: ongeveer in de periode 1575-1650 was het ‘noordelijk maniërisme’ als stijlconcept in zwang. Dat betekent dat de orgelkas rijkelijk werd versierd met o.a. zuilen, engeltjes, putti en leeuwenkoppen. Juist die zuilen zijn typerend. Het Zutphense orgel is er royaal mee verfraaid. Een lust voor oog en oor.
Literatuur: Herschapen schoonheid (red. Fred Matter), Walburg Pers 1997
Website Stichting Henrick Baderorgel (www.baderorgel.nl)
Disposities
Hoofdwerk
Prestant 8′ Koppelingen
Quintadeen 16′
Holpijp 8′ Hw-Bw
Octaaf 4′ Hw-Rw
Gemshoorn 4′ Rw-Hw
Quintfluit 3′ P-Hw
Octaaf 2′ P-Bw
Mixtuur 2′ IV-VI
Fagot 16′
Trompet 8′ bas/discant Tremulant voor het gehele orgel
Bovenwerk Tremulant Bovenwerk
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Baarpijp 8′
Fluit-Travers 8′ discant
Octaaf 4′
Fluit d’Amour 4′
Woudfluit 2′
Flageolet 1′
Carillon III discant
Vox Humana 8′
Rugwerk
Prestant 4′
Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Fluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Quintfluit 1 1/2′
Terts 1 3/5′
Mixtuur IV-V
Kromhoorn 8′
Pedaal
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Gedekt 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′
Trompet 4′